Het langgerekte Chili biedt een bijzondere variatie aan klimaten en landschappen, van de droogste woestijn ter wereld tot maagdelijke ijsvelden. Hier omschrijven we in het kort de mooiste hoogtepunten van Chili.
Afgelegen eilanden
Paaseiland
Paaseiland ligt op 3762 km uit de Chileense kust en draagt ook wel de naam ‘navel der aarde’ oftewel Rapa Nui. Het vulkanische eiland ontstond drie miljoen jaar geleden, maar werd ontdekt op Eerste Paasdag 1722. Sindsdien draagt het eiland de naam Paaseiland. Met een oppervlakte van 166 km2 is het eiland slechts anderhalf keer zo groot als het Nederlandse Waddeneiland Terschelling.
De circa 4000 bewoners, van voornamelijk Polynesische afkomst, wonen bijna allemaal in Hanga Roa, de hoofdstad. Paaseiland maakt deel uit van de provincie Valparaíso. Paaseiland is het eiland van de stenen Moais, monumentale standbeelden gehouwen uit de vulkanische steensoorten en vormen de grootste trekpleister van het eiland. De grootste Moais zijn meer dan 20 meter hoog en wegen 200 ton. Niemand weet door wie ze zijn gemaakt en waarom. De geschiedenis van het eiland blijft een mysterie voor de moderne buitenwereld. Er hebben vele verhalen de ronde gedaan, maar feit blijft dat de beelden het eiland een aantrekkingkracht uitoefenen op veel mensen.
Juan Fernández Eilanden
Op 22 november 1574 ontdekte de Spaanse zeevaarder Juan Fernández, die voer tussen Peru en Valparaíso, waarschijnlijk de archipel. Het eiland dat hij het eerste ontdekte, noemde hij Más a Tierra (dichter bij het vasteland) om het te onderscheiden van het eiland dat hij 181 km westelijker vond en dat hij Más Afuera (meer buitenaf) noemde. (Later werden deze eilanden Robinson Crusoe en Alejandro Selkirk genoemd.) Het kleine eilandje ten zuidwesten van Más a Tierra noemde hij Islote Santa Clara. De eilanden werden in 1935 tot Nationaal Park verklaard door de Chileense overheid en in 1977 verklaarde UNESCO het tot biosfeerreservaat. Dankzij hun toegangelijkheid zijn ze een belangrijke habitat voor tal van inheemse planten- en diersoorten.
Chiloé
In bepaalde opzichten is Chiloé Chili in het klein. Het is een soort tijdcapsule waarin de mooiste en ruigste tradities van het land tot uiting komen in muziek, dans en kunstnijverheid. Verder kent het eiland een schat aan fascinerende mythen en legenden. December t/m februari zijn de beste maanden voor een bezoek aan Chiloé.
De mooiste nationale parken en natuurlijke hoogtepunten
Torres del Paine
De indrukwekkendste bezienswaardigheid van het Chileense zuiden is zonder twijfel het Parque Nacional Torres del Paine. Dit park aan het zuidelijke uiteinde van de Andesketen is al in 1959 opgericht, maar bereikte zijn huidige grootte pas in de vroege jaren zeventig, waarna het in 1978 door de Unesco tot biosfeerreservaat werd uitgeroepen. Het onbewoonde park telt tal van gletsjers, meren en knoestige inheemse bomen en behoort tot de mooiste wandelgebieden ter wereld. Wie de spectaculaire rotsformaties ziet, zal ze niet licht vergeten, en in het park zelf wemelt het van de dieren zoals guanaco’s, flamingo’s, nandoes en condors.
De Grey gletsjer is met zo’n 6 kilometer de grootste en mooiste gletsjer van Torres del Paine. U kunt de indrukwekkende gletsjer bewonderen tijdens een trekking, vanaf het uitzichtpunt of tijdens een cruise.
Lauca
Parque Nacional Lauca wordt gedomineerd door de machtige vulkanen Parinacota en Pomerape. Beiden zijn zo’n 6000 meter hoog en worden door de bewoners van de hoogvlakte als goden beschouwd. De rituele stad Parinacota is het grootste deel van het jaar verlaten, maar in september vormt ze het middelpunt van de kleurrijke religieuze feesten van de Aymará-herders uit de regio.
In het hart van dit nationale park vlak tegen de grens met Bolivia ligt, op een hoogte van ruim 4500 meter, het Lago Chungará. Op de achtergrond doemen vulkanen met sneeuwkappen op. Het wemelt er van de dieren. Grote tagua-taguas, die niet kunnen vliegen, nestelen zich op drijvende rieteilanden. Vizcachas doen met hun springende gang aan hazen denken. Zwart-witte piquén (Andesganzen) lokken de belagers van hun kuikens weg door zich ver van het nest te vertonen. Maar het befaamdst zijn waarschijnlijk de Andesflamingo’s die zich in het ondiepe water ophouden.
Gletsjermeer General Carrera
Het helderblauwe meer General Carrera ligt op de grens met Chili en Argentinië. Het is het diepste en twee na grootste meer van Zuid-Amerika en is rijk aan regenboogforellen en zalmen. Opvallende eilanden langs de kustlijn aan de Chileense kant torenen hoog boven het water uit. Wanneer u de torens van dichtbij nadert worden de grijsblauwe marmeren grotten zichtbaar, welke in duizenden jaren tijd zijn uitgesleten tot ware natuurlijke kunstwerken. Rondom het meer vindt ongerepte bossen met unieke boomsoorten zoals coigües, ñirres en lengas.
Elqui Vallei
Het dorpje Vicuña, ten oosten van La Serena in de Vallei del Elqui, is de geboorteplaats van Gabriela Mistral en herbergt een museum dat aan deze dichteres is gewijd. Na Vicuña gaat de weg omhoog naar Monte Grande, waar ze nu begraven ligt. Dit is ook de belangrijkste pisco-streek; u kunt de distilleerderijen zonder afspraak bezoeken. In de afgelegen heuvels van de Valle del Elqui hebben zich estoterische en door goeroes geleide gemeenschappen gevestigd. Dit heeft ongetwijfeld iets te maken met het feit dat de nachthemel zo helder is en het wordt gezien als een van de beste plekken ter wereld om sterren te kijken.
Los Pingüinos
In het gebied Los Pingüinos op het eiland Isla Magdalena leven en broeden 120.000 Magelhaen pinguïns. Los Pingüinos is sinds 1982 een beschermd natuurgebied. U kunt dit natuurgebied vanuit Punta Arenas aan de hand van een dagexcursie bezoeken.
Merengebied
Dit gebied is gelegen op zo’n 700 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Santigo. Het merengebied kenmerkt zich door 12 grote meren en zeker nog eenzelfde aantal kleinere meren die worden omringd door de hoge besneeuwde pieken van het Andesgebergte maar ook door rivieren, watervallen, bossen en warmwaterbronnen. Het is een dunbevolkte regio met een Noord-Europees klimaat.
Inheemse archeologische vindplaatsen
Pukará de Quitor
Dit 12e-eeuwse fort gelegen op 3 kilometer van San Pedro de Atacama, markeert de plaats waar de inheemse bevolking het laatst standhield tegen Pedro de Valdivia en de Spanjaarden die het land waren binnengevallen.
Pukará de Copaquilla
Dit fort, aan de weg van Arica naar het Lago Chungurá ligt aan de rand van een spectaculaire kloof. Het diende ter verdediging van de akkers in de diepte waarvan de resten nog steeds zichtbaar zijn.
De beste wijnsoorten
In de 2e helft van de 16e eeuw introduceerden Spaanse conquistadores de eerste druivenstokken in Chili. De Spanjaarden ontdekten al snel dat het Chileense klimaat erg geschikt was voor wijnbouw. Verschillende soorten druiven uit heel Europa werden geïmporteerd. Toen Europa in de 19de eeuw werd getroffen door een grote druifluisepidemie, vestigden veel, vooral Franse, wijnmakers zich in Chili. Chili is het enige wijnland ter wereld dat vrij is gebleven van druifluis.
In de jaren ’80 heeft Chili een grote moderniseringsslag gemaakt. Niet alleen de Chileense overheid, maar ook veel Amerikaanse en Franse wijnmakers zagen de mogelijkheden van het land. Ze investeerden flinke bedragen in de vernieuwing van de wijnbouw. Ook de export van Chileense wijnen is sterk gegroeid. Tegenwoordig is Chili is na Argentinië het grootste wijnproducerende land van Zuid-Amerika.
Sémillon
De sémillon is een lastige druif. Hij wordt namelijk op grote schaal geplant, maar komt vaak niet goed tot zijn recht. Echter wel in Chili. Onder de juiste omstandigheden kan deze druif prachtige wijnen opleveren, die ook lang bewaard kunnen worden. De druif levert wijnen op met weinig zuren en ruikt en proeft naar abrikoos, mango en perzik.
Carmenère
De carménère is een van oorsprong Franse druif, maar komt tegenwoordig meer voor in Chili. De eerste carménère wijnstokken werden rond 1850 naar Chili gebracht en daar vinden we nu totaal ruim 7000 hectare. In verschillende stadia van rijpheid zijn verschillende smaken te ontdekken: paprika, peper, tomaat en zelfs chocolade-tonen.
De mooiste Andesdorpen
San Pedro de Atacama
San Pedro de Atacama is een authentiek dorp. Aan het centrale plein staat een huis van Adobe dat voor de residentie van Pedro de Valdivia doorgaat, maar waarvan men nu denkt dat het precolumbiaans is. Ertegenover staat een van de oudste kerken van Chili, uit de 16e eeuw. Het Museo Arqueológico Gustavo Le Paige geldt als een van de beste in Zuid-Amerika. Het is gesticht door de dorpspriester naar wie het is genoemd en bezit een buitengewoon brede collectie precolumbiaanse artefacten, die schitterend zijn tentoongesteld.
Socoroma
Dit Aymará-boerendorpje met keienstraatjes en een 17e-eeuwse kerk ligt te midden van heuvels met terrassen aan de koloniale pakdierroute van de Potosí-zilvermijn naar Arica.
Caspana
Met zijn rieten daken, keienstraatjes en vruchtbare terrassen is Caspana een Andesdorpje bij uitstek. Het ligt in een dal 84 kilometer ten oosten van Calama. Het naburige eveneens pittoreske Ayquina telt slechts 70 inwoners. Elk jaar stromen de bezoekers toe voor een religieus feest begin september.
De beste warme bron
Cauquenes
De warmwaterbron Termas de Cauquenes is gelegen op 28 kilometer ten oosten van Rancagua in het voorgebergte van de Andes. De inheemse volken kwamen er al lang voor de Spanjaarden, maar de eersten die de geneeskrachtige werking ervan roemden waren de jezuïeten. Een van de stichters van Chili, Bernardo O’Higgins, kwam er vaak bij van zijn revolutionaire botsingen met het koloniale gezag, en in 1834 schreef Charles Darwin lovende woorden over het water.
Reisplannen naar Chili?
Vraag hier een vrijblijvend reisvoorstel aan of meld u aan voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte over onze reizen, acties en andere leuke weetjes.